Duderstadt was een belangrijke Middeleeuwse stad. Dat is nog goed te zien aan de vakwerkhuizen, het oude stadhuis en de bijzondere gedraaide Westertoren.
Duderstadt ligt op een kruising van oude handelsroutes: De route vanuit Italië naar de Hanse-steden in het Noorden, en de route van de Noordzee naar Oost-Europa. Dit bracht rijkdom in de Middeleeuwen.
Deze rijkdom uitte zich in een stadsmuur met torens, vakwerkhuizen, kerken en een imposant stadhuis.
Maar er valt nog veel meer over Duderstadt te vertellen. Over de pop Anreischke, het stadswapen, en de schuttersvereniging bijvoorbeeld. En waarom zit er een vreemde draai in de Westerturm?
Een brug naar de moderne tijd vormen het Tabaluga huis in de binnenstad, de LNS Gelände buiten de stadsmuur, en het Heinz Sielmann Natur-Erlebniszentrum buiten de stad. Nieuwsgierig? Lees dan snel verder.
Duderstadt werd al in het jaar 929 voor het eerst schriftelijk vermeld. Al snel ontwikkelde het zich als een belangrijk centrum voor handel.
Ter bescherming van de inmiddels rijk geworden stad, werd in de 13e eeuw een stadsmuur aangelegd. Deze was zo'n 1700 meter lang, met 4 stadspoorten en diverse torens.
Aan de Noord- en Westzijde is de stadsmuur nog deels intact. Wel minder hoog dan hij ooit was: circa 3 meter in plaats van 6.
Van veel torens zijn alleen nog de contouren te zien. Of er zijn woningen van gemaakt, die vaak later weer zijn afgebroken. Ook 3 van de 4 stadspoorten zijn er helaas niet meer. Gelukkig is er één uitzondering:
Wij verbleven in Hotel Zum Löwen. Een prachtig hotel in het centrum van de stad. De kamers hebben hele fijne bedden, ontbijt en diner zijn erg goed en er is een kleine saunawereld in het hotel om helemaal te ontspannen.
De Westerturm is één van de belangrijkste bezienswaardigheden van Duderstadt. Hij behoort tot de Westelijke stadspoort van de stad, en is dus eigenlijk de Westertorturm.
De Westertor werd voor het eerst in 1343 genoemd, en had aanvankelijk geen hoge toren. In 1424 brandde hij af, waarna hij in 12 jaar herbouwd werd, met een toren van 5 verdiepingen hoog, in vakkundig metselwerk. Maar nog zonder torenspits.
Die hoge torenspits werd in 1734 toegevoegd. Maar deze begon in de loop der tijd te draaien. Was hier de duivel aan het werk, of toch een constructiefout? Vanaf 1787 is getracht dit te herstellen, maar met weinig succes.
Wel zijn telkens de dakpannen van leisteen keurig aan de vorm aangepast. Hierdoor lijkt het alsof het ooit de bedoeling was om een spiraalvormige toren te bouwen. Tegenwoordig is de gedraaide toren de trots van de stad.
Het is een aanrader om de Westerturm te bezoeken. Er zijn informatieborden en geluidsfragmenten (in het Duits) die de geschiedenis doen herleven. Je kan ook zelf kijken of je geschikt bent om te helpen de stad te verdedigen.
Vanuit de toren kan je ook een stukje over de stadsmuur wandelen, tot aan de Georgsturm, die mooi gerestaureerd is.
Rond 1500 moesten de verdedigingswerken worden uitgebreid. Er kwam een 3,3 km lange aarden wal rond de stad, met aan beide zijden een gracht. Bij iedere stadspoort kwam bij de wal een tweede, buitenste poort, met verdedigingswerken.
In het omliggende gebied werd een zogenaamde Landwehr opgebouwd. Dat was een verdedigingssysteem met tientallen wachttorens.
Alle werkzaamheden stonden onder leiding van de in die tijd befaamde vestingbouwer Andreas, maar werden uitgevoerd door boeren. Andreas was nogal streng, en impopulair. Voor de boeren stond hij symbool voor alle arrogante burgers in Duderstadt, die ze spottend "Anreischken" noemden.
Daarop lieten de burgers een grote houten pop bouwen, Anreischke, die ze in de Steintor plaatsten. Deze liet aan alle boeren die de stad in kwamen zien wie er hier de baas is.
In 1829 werd de Steintor afgebroken. De pop Anreischke werd daarbij verplaatst naar het stadhuis. Daar komt hij (inmiddels een replica van het origineel) iedere 2 uur in één van de torens tevoorschijn, begeleid door het carillon.
Maar ook op andere plekken in de stad kan je hem tegenkomen. Het is een echte mascotte van Duderstadt geworden. En hij wilde dus ook graag met mij op de foto ;-)
We zagen het al in de Westerturm: bij de verdediging van de stad in de Middeleeuwen waren schutters heel belangrijk. Eerst met kruisbogen, later met geweren.
De schutters waren verenigd in een schuttersvereniging. En die Schützengesellschaft Duderstadt is nog steeds heel actief, met een historie van meer dan 700 jaar.
In de Westerturm, maar ook op verschillende andere plekken in de stad, zie je een grote vogel, met verschillende attributen in zijn poten. Deze Schützenvogel is het traditionele doel waarop de schutters dienden te schieten.
De afzonderlijke onderdelen van de vogel moesten eerst geraakt worden, en als laatste het lichaam. De winnaar krijgt de titel Vogelkoning.
Inmiddels zijn er vele andere soorten doelen waarop geschoten wordt. Maar de vogel blijft nog altijd het symbool van de schuttersvereniging, ook in andere Duitse steden.
De schuttersvereniging organiseert jaarlijks een uitbundig Schützenfest, met optochten, ceremoniële handelingen en wedstrijden. Maar ook in de rest van het jaar is men actief en houden ze met tradities, uniformen en wedstrijden de geschiedenis levend.
De andere grote blikvanger van Duderstadt is het Rathaus aan de Marktstrasse. Het gebouw wordt in 1302 als eerste genoemd, en is één van de oudste stadhuizen van Duitsland.
Het oorspronkelijke gebouw van 2 verdiepingen was bedoeld als koopmanshuis en marktgebouw. Het bevatte ook een kelder die vooral gebruikt werd voor opslag van bijvoorbeeld wijn.
Na een stadsbrand in 1432 werd het gebouw aan de Zuidkant uitgebreid met een vervanging van het oude stadhuis uit de 12e eeuw. Het bevatte een archiefkamer met massief stenen muren om de belangrijke documenten van de stad vuurvast te bewaren.
De aanbouw bevatte ook een raadszaal, een gevangenis en een folterkamer. En uiteindelijk verviel de oorspronkelijke functie van het gebouw.
In 1530 volgde er een nieuwe uitbreiding van het rathaus. Omdat er ook publiekelijk recht gesproken diende te worden, kwam er een open galerij (Laube) aan de marktstrasse. En de inmiddels rijk geworden stad voegde daar een indrukwekkende gevel aan toe. Later, in 1673, volgde nog een trap in Renaissancestijl met beelden naar de galerij.
Duderstadt viel onder de soevereiniteit van het aartsbischopdom Mainz. En hoewel het onder dat gezag tot bloei kwam, was er ook een drang naar zelfstandigheid. Het mooie vernieuwde stadhuis was daar een uiting van, en er wordt gefluisterd dat de drie torens een middelvinger vormden naar Mainz...
Heel bijzonder is ook dat je het gebouw op eigen gelegenheid kan ontdekken. Op de verschillende verdiepingen vind je informatieborden, interactieve stations en attributen.
Via een houten trap klim je omhoog naar de hoogste toren. Hier vandaan heb je de mooiste uitzichten over de stad. Daarnaast bekijk je diverse tentoonstellingsruimtes en onder andere de folterkamer.
Het gebouw doet ook nog steeds dienst als stadhuis, en ook de Toeristeninformatie is hier te vinden.
Duderstadt kent ook een opmerkelijke kerkelijke geschiedenis. Het eerste bekende gebouw in de nederzetting was een kleine romaanse kerk uit 950. Deze stond op de plek waar nu de St Cyriakus kerk staat, aan de Oostkant van de marktstrasse.
Deze Cyriakus kerk is in verschillende etappes gebouwd. Pas na een brand in 1854 heeft de kerk het imposante uiterlijk gekregen met de twee torens.
Deze kerk is altijd katholiek gebleven, ook tijdens en na de reformatie. Dat is tamelijk uniek in het overwegend protestante Nedersaksen. Wel staat er aan de andere kant van de marktstrasse de Luthers-evangelistische St. Servatiuskerk, gebouwd tussen 1370 en 1520 en na een brand in 1915 weer opgebouwd.
Een ander kenmerk van het gelovige Duderstadt is de Mariensäule bij het Rathaus. Deze zuil werd in 1711 opgericht als dank voor de bescherming van de stad tegen de pest-epidemie. Op de top van de zuil staat een beeld van Maria, de moeder van Jezus, die symbolisch over de stad waakt.
Het stadswapen van Duderstadt kom je op vele plaatsen tegen. Het vormt ook (een deel van) het wapen van de schuttersvereniging, als teken van eeuwenlange verbondenheid daarvan met het stadsbestuur.
Het stadswapen toont op het eerste gezicht twee trotse leeuwen, in geel op een rode achtergrond.
Toch wordt er vaak gesproken van luipaarden in plaats van leeuwen, ondanks de duidelijke manen, en ondanks de vermoedelijke afleiding van Hertog Heinrich der Löwe.
Maar volgens onze gids is het heel eenvoudig: kijkt het dier op een wapenschild naar een zijkant, dan is het een leeuw. Kijkt het naar voren, zoals hier, dan is het een luipaard. Einde discussie...
Vreemd is wel dat je verschillende stadswapens tegenkomt in de stad waarop de dieren in allerlei richtingen kijken. Soms met de kop naar voren, anderen kijken juist opzij. Mijn conclusie is dan ook, kies zelf maar welk dier je ervan wil maken...
Zoals het een vakwerkstad betaamd zijn er talrijke prachtige exemplaren in Duderstadt te bewonderen. Binnen de oude stadsmuren zijn er ruim 600 vakwerkhuizen in uiteenlopende stijlen.
Een paar opvallende vakwerkhuizen zijn bijvoorbeeld:
En er zijn natuurlijk nog veel meer mooie exemplaren tussen de meer dan 500 vakwerkhuizen in de stad, kijk dus vooral rond en let op de details.
Een ander prachtig vakwerkhuis is het Tabaluga Haus op de Marktstrasse 84. En dit is om meerdere redenen een bijzonder huis.
Het Tabaluga haus is namelijk een initiatief voor kansarme gezinnen, kinderen en jeugdgroepen. Het is opgezet door de bekende muzikant Peter Maffay en Professor Hans Georg Näder (directeur van het bedrijf Ottobock).
Het huis biedt barrierevrije accommodatie, creatieve ruimtes, muziek‑ en spelkamers, en een grote tuin met kampvuur‑ en spelmogelijkheden.
De filosofie is hulp bieden aan sociaal of lichamelijk kwetsbare kinderen met groepsvakanties en natuurervaringen in de stad en regio. Hulporganisaties en scholen brengen gezinnen met het Tabaluga Haus in contact.
Hans Georg Näder, geboren in Duderstadt, biedt ondersteuning aan meerdere initiatieven in de stad, waaronder ook behoud van de vele monumenten.
In Duderstadt is de natuur nooit ver weg. Zo kan je een wandeling maken over de voormalige verdedigingswal van 3,3 km om de stad.
Binnen die aarden wal, en net buiten de stadsmuur aan de zuid-oost zijde, ligt bovendien een mooi park: het LNS Gelände. Dit park werd in 1994 aangelegd in het kader van de "Landesausstellung Natur im Städtebau (LNS)", een tentoonstelling van de deelstaat Nedersaksen ter bevordering van natuurprojecten in de stad.
Het park bevat openluchtpodia, speeltuinen en openbare tuinen met karakteristieke tuinhuisjes. Jaarlijks worden deze faciliteiten ook voor het evenement Duderstädter Kultursommer gebruikt.
Nog meer natuur vind je buiten de stad. Duderstadt ligt vlakbij de grens met de voormalige DDR. De grensstrook van 5 km breed is nu een groene zone: de natuur heeft hier al die jaren zijn gang kunnen gaan.
In deze strook ligt het landgoed Gut Herbigshagen. En bij dit landgoed is sinds 1994 het Heinz Sielmann Natur-Erlebniszentrum gevestigd.
Heinz Sielmann was een natuurfotograaf en maker van natuurdocumentaires, een soort Duitse David Attenborough. Hij maakte onder andere een documentaire over de natuur in de grensstrook.
Bij het centrum zijn natuur-speeltuinen, een kinderboerderij, diverse tuinen en gebouwen met interactieve informatieborden, films etcetera. Ook het werk van Heinz Sielmann zelf natuurlijk.
Het centrum is gratis toegankelijk. Er komen veel schoolklassen die opdrachten krijgen om binnen en buiten spelenderwijs met de natuur bezig te zijn.
In Duderstadt vind je veel leuke winkels waar je kleding en souveniers kunt shoppen. Op warme dagen is het zwembad een fijne plek om af te koelen.
Voor lekker eten zit je goed bij Hotel zum Löwen. Het restaurant is heel gezellig ingericht en je kunt er genieten van typische streekgerechten.
En wie van een ontspannen sfeer houdt, mag de gezellige Biergarten bij de Rinderstall buiten de stadsmuren zeker niet missen. Een ideale plek voor een drankje in de zon of onder de bomen. En genieten van lekkere wisselende seizoensgerechten!
Wij hebben genoten van ons bezoek aan het prachtige Duderstadt. Van de bezienswaardigheden, maar vooral ook van de verhalen.
Die verhalen zijn te vinden op verschillende informatieborden in de stad. Maar de mooiste hoorden we van onze gids, de Middeleeuwse beul Meister Hans.
Bij het toeristenbureau kan je ook rondleidingen van andere historische figuren boeken, en je kan kiezen uit verschillende thema's. Een aanrader wat ons betreft.
Maar ook als je de stad op eigen houtje bezoekt, zul je je zeker vermaken.